St-Paul-de-Vence

Saint-Paul-de-Vence heette „Saint-Paul” van het einde van de Franse revolutie tot maart 2011, hoewel de meeste mensen in de streek nooit opgehouden hebben de langere naam te gebruiken.

Het is een stadje op een heuvel rondom een kasteel, waarvan alleen de donjon uit de 12 eeuw nog bestaat. Het is omringd door een muur (deels 14e, deels 16e eeuw) met twee poorten, één aan de noordkant en één aan de zuidkant. Na de aansluiting van Nice bij Frankrijk in 1860 werd het een geliefd buitenverblijf voor rijke inwoners van Nice en vanaf de jaren 1920 verblijfplaats van kunstenaars en acteurs. Het heeft smalle straatjes, herbergt heel veel kunstenaars en galerieën en is het hele jaar door vol met toeristen.

De kapel van Folon is de 17e-eeuwse kapel van de witte boetelingen (chapelle des pénitents blancs) die tussen 2000 en 2008 is gerestaureerd met een nieuw interieur ontworpen en geschilderd door de schilder en beeldhouwer Jean-Michel Folon (1934–2005).

Het historisch museum (Musée d'histoire locale) beeldt de geschiedenis van St-Paul-de-Vence uit in diorama's met levensgrote wassen beelden.

Net buiten de stad ligt het museum voor moderne en eigentijdse kunst de Fondation Maeght, één van de mooiste musea in de regio, zowel voor zijn collectie (Miró, Chagall, Giacometti…) als voor het gebouw zelf. In de zomer vormen de zalen en de beeldentuin vrijwel één geheel. Vooral het werk van Miró geeft het museum een vrolijke en zonnige uitstraling.