Twee recente artikelen, Google & the Future of Books en « Tout le monde a intérêt à transformer Internet en Minitel, » schrijven over de dreiging voor het Web om zijn vermogen tot innovatie te verliezen. Het eerste, door Robert Darnton, begint met Googles rechterlijk monopolie op het scannen van boeken en verdedigt de ideeén van de Verlichting. Het andere, een interview met Benjamin Bayart, neemt als uitgangspunt het nieuwe Franse wetsvoorstel tegen piraterij „Création et Internet” en draagt argumenten aan voor een meer gedistribueerd en symmetrisch netwerk.
Ik heb niet veel toe te voegen. Ik wil alleen mijn steun betuigen en enkele punten uitlichten.
Het interview met Benjamin Bayart door Astrid Girardeau (Libération) is in het Frans (maar probeer de Babelfish-vertaling) De titel is « Tout le monde a intérêt à transformer Internet en Minitel » (inclusief de aanhalingstekens) en het verscheen voor het eerst on-line op 6 februari 2009. Een langere versie werd gepubliceerd in de papieren versie van de krant Libération op 7 maart.
Bayart is directeur van de niet-commerciële Internet-aanbieder FDN. Hier zijn een paar interessante citaten:
„On sait que la bibliothèque
d'Alexandrie, ça finit toujours par brûler.”
(„Men weet dat de bibliotheek van Alexandrië
uiteindelijk altijd afbrandt.”) De vergelijking
verwijst naar de gevaren van het centraliseren van alle
informatie, i.p.v. haar te laten kopiëren en verspreiden. In
het bijzonder verwijst Bayart naar het idee van een digitale
bibliotheek en hij denkt waarschijnlijk aan Europeana, een
initiatief van de Europese overheid als tegenwicht tegen
Google Books. Het
project verdient lof, maar als de inhoud niet vrijelijk
gekopieerd kan worden kun je er weinig mee doen. Daar komt
bij dat je moet hopen dat de machines het niet begeven en het
geld voor onderhoud niet opraakt. (Bovendien is de site op
het moment (maart 2009) van abominabele kwaliteit, vol met
JavaScript en layouts met vaste breedte. Sommige gegevens
worden geleverd in een ongeïdentificeerd, propriëtair
XML-formaat.)
In antwoord op de vraag „Et créer des support
perennes ?”
: „Ce n'est pas tellement le problème. Les
tablettes en marbre des Romains étaient pérennes. On en a
pourtant perdu la majorité. La conservation, à l'ère
du numérique, ce n'est pas la pérennité du support, c'est
forcément celle des données. Et pour ça, il n'y a que
les standards ouverts qui le permettent.”
[cursivering door mij] („En duurzame informatiedragers?
Dat is niet echt het probleem. De marmerplaten van de
Romeinen waren duurzaam. We zijn desondanks het merendeel
ervan kwijt. Conservering, in het digitale tijdperk, is niet
de duurzaamheid van de drager, maar noodzakelijkerwijs die
van de gegevens. En dat, alleen open standaarden maken dat
mogelijk.”)
Deze vraag komt alleen voor in de papieren versie. Open standaarden maken meer dan één implementatie mogelijk en hun definities blijven toegankelijk nadat de uitvinders zijn verdwenen (tenminste, als die definities zelf in een open standaardformaat zijn geschreven en voldoende gekopiëerd.)
„Techniquement, un modem SDSL
coûte le même prix à fabriquer qu'un modem
ADSL.”
(„Technisch gezien kost het maken van
een SDSL-modem evenveel als een ADSL-modem”) De auteur
legt uit dat de keuze voor ADSL i.p.v. SDSL een
marketing-beslissing is. De Internet-aanbieders hebben
besloten dat de gemiddelde persoon wil consumeren, niet
produceren. En dus hebben de mensen zich aangepast, wat leidt
tot gecentraliseerde diensten (zoals blogs) en het feit dat
foto's verzenden via e-mail een eeuwigheid duurt.
„Si les législateurs
font passer le filtrage sur la pédo-pornographie, vous
pouvez être certain qui huit jours après, on s'en prendra
à la musique. Et ensuite on traitera les gamins sur les
mêmes textes de loi que les terroristes.”
en
„On va avoir une multiplication de résaux
clandestins où on ne pourra rien repérer, avec 99 %
de gamins qui téléchargent et 1 % de terroristes et
de pédophiles.”
(„Als de wetgevers filtrage
voor kinderporno laten passeren, kunt u er zeker van zijn dat
men acht dagen later de muziek aanpakt. En vervolgens worden
kinderen met dezelfde wetsteksten behandeld als
terroristen.” en „We krijgen een verveelvoudiging
van verborgen netwerken waar niets meer valt te traceren, met
99% kinderen die downloaden en 1% terroristen en
pedofielen.”)
Dit is een deel van een vraag die eveneens alleen in de papieren versie voorkomt. Hij legt de geschiedenis uit van de plannen voor filtrage (de terroristische aanslagen in New-York op 11 september 2001) en dat de werkelijke redenen sinds lang anders zijn. Het commerciële belang is de concurrentie uit te filteren en het overheidsbelang is mensen stil te houden. Maar in de praktijk zullen de filters niet werken.
„L'économie, c'est la
gestion de la rareté. Or à l'heure du numérique, il n'y a
pas de rareté à partir du moment où on peut fabriquer un
infinité de copies pour un coût marginal nul.”
(„Economie is het beheer van schaarste. In deze tijd
van digitalisering is er geen schaarste zodra men oneindig
veel kopieën kan maken zonder marginale kosten.”)
In dit antwoord in de papieren versie verwijst Bayart naar een grappige tekst (in het Frans) (en in het Engels) door een 19e-eeuwse econoom die voorgaf wetgeving te eisen tegen de zon, omdat het gratis licht concurreerde met het niet-gratis licht van de kaarsenmakers. Als iets overvloedig is en van zichzelf niets kost is het zot om te proberen het schaars en duur te maken.
Natuurlijk moeten de makers van informatie betaald worden, maar er zijn betere methoden dan het verbieden van kopieën. Laat mensen betalen voor de kopieën, bijvoorbeeld via een „globale licentie” (een vast bedrag per maand bovenop het Internet-abonnement) of gebaseerd op statistische metingen van de populariteit van materiaal.
De andere tekst is in het Engels en heet Google & the Future of Books. De schrijver is Robert Darnton, een professor culturele geschiedenis aan de universiteit van Harvard en veelvuldig medewerker van de New York Review of Books. Enkele citaten:
„We could have created a
National Digital Library—the twenty-first-century
equivalent of the Library of Alexandria.
(„We
hadden een nationale digitale bibliotheek kunnen maken
– de eenentwintigste-eeuwse tegenhanger van de
bibliotheek van Alexandrië.”) Na Bayarts opmerking dat
de bibliotheek van Alexandrië gedoemd is af te branden is
deze schijnbaar tegenovergestelde stelling interessant. Hij
verdient enige uitleg. De auteur doelt in dit geval niet op
het centraliseringsaspect, maar op de essentie van een
bibliotheek (zoals bedoeld in de Verlichting): kennis gratis
of tegen een laag bedrag beschikbaar maken voor iedereen. De
auteur betreurt dat de staat het initiatief niet heeft
genomen (natuurlijk vergezeld van een redelijk inkomen voor
schrijvers) en het aan de commercie en een private rechtszaak
heeft overgelaten, namelijk de rechtszaak die van Google een
de-facto monopolist maakt op het gebied van digitale
bibliotheken.
„I acknowledge the importance
of copyright, although I think that Congress got it better in
1790 than in 1998.
De Amerikaanse grondwet introduceerde
auteursrechten „voor beperkte tijd” en als
onderdeel van het hogere doel de vooruitgang te bevorderen.
Een wet stelde de termijn op 14 jaar, met de mogelijkheid van
eenmalige verlenging. Sinds 1976 heeft succesvol lobbyen door
media-ondernemingen geleid tot verscheidene nieuwe wetten,
waarvan de laatste (1998) de termijn stelt op het leven van
de auteur plus zeventig jaar. Het is duidelijk dat
auteursrechten niet meer dienen om de auteur te beschermen en
ook het belang van de gemeenschap telt niet meer mee.